Vershoudfolie

 

in de achtertuin zijn de bladeren van de bomen gevallen

een voor een leg ik ze op mijn tong, sluit ze op

laat ze smelten tegen mijn wangen, de smaak van boterbloemen

die slapjes door proberen te groeien

 

de heg klampt zich vast aan het huis, woekerend

langs de ramen en de randen van de vijver

ik bijt in bloemenstelen, dunne vezels

doornen prikken halfslachtig in mijn lippen

sap bitterzuur op mijn tong

 

binnen schraap ik mijn nagels over de plinten

verzamel stof en haren in de riemen

ik wikkel mijn handen in vershoudfolie

en laat de fauteuilbekleding tegen mijn lichaam schuren

de geur van een verwelkend lelieboeket, parfum op een oud lichaam

 

een tuinkabouter spant zijn spieren aan

voeten in de grond begraven, puntmuts gebroken

door het gat is te zien dat hij hol is

ik vul het lichaam met potgrond en zaden

van paprika’s uit de supermarkt

 

met aarde als gemalen koffie tussen mijn tanden zoek ik een doorgang

een plek waar de takken minder hard zijn, minder aan elkaar vastgegroeid

ik vind een vervormd paasei en slik het door

tot de folie in mijn ingewanden glittert

kristalliseert en iets nieuws maakt

 

Gepubliceerd  op Notulen van het Onzichtbare (2020)

Beeld: Lot Louis Veelenturf